2. Maatschappelijke context
In onze samenleving ontstaan nieuwe typen organisaties:
hiërarchisch aangestuurde professionele bureaucratieën maken
plaats voor whirlpool-achtige structuren. Hybride organisaties vermengen
allerlei typen organisatievormen die hun origine vinden in verschillende
maatschappelijke sectoren met onderscheiden (juridische en culturele)
kaders.
Daarbij ontstaan andere opvattingen over personeel beleid, waarin sleutelbegrippen
bijvoorbeeld zijn geworden: kenniseconomie, interactief beleid, publiek-private
allianties, marktwerking, globalisering, regionalisering, individualisering,
zeggenschap en een leven lang leren. Zo worden medewerkers en managers
kenniswerkers.
Ook in het hoger onderwijs -we verstaan hieronder universiteiten, hogescholen,
onderzoeksinstellingen en academische ziekenhuizen- is deze transformatie
zichtbaar. Tussen instellingen voor hoger onderwijs en bedrijven ontstaat
toenemende interdependentie. Het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
fungeren voor zowel bedrijven als de non-profit-sector als kennispoort,
en vervult niet alleen een economische, maar ook een maatschappelijke,
culturele en spirituele spilfunctie. Kenniswerkers zijn dan niet alleen
hoogwaardig opgeleide deskundigen, maar tevens normatieve professionals
en cultuurdragers. Normatieve professionals drukken hun persoonlijk stempel
op intellectuele en maatschappelijke activiteiten. Zij vervullen spilfuncties
in een organisatie met een spilfunctie. Waar onderwijs- en onderzoekinstellingen
ontmoetingspunt zijn van kennisontwikkeling en uitwisseling, moeten er
wel zeer bijzondere eisen worden gesteld aan de wijze waarop de competenties
van hun medewerkers ten volle worden ontwikkeld en benut.
3. Competentiemanagement: concept, model, visie
Competentiemanagement staat niet op zichzelf maar vormt
een belangrijk onderdeel van kennismanagement en dat vormt op zijn beurt
weer een onderdeel van de kunst van ‘corporate governance’.
Competentie kan op verschillende manieren worden omschreven. Het is hier
niet zinvol theoretische exercities ten toon te spreiden; we kunnen volstaan
met enkele werkdefinities om een scherper beeld te krijgen. Min of meer
synoniem met competentie zijn verwante termen als: bekwaamheid, persoonlijke
kennis (Polanyi, Nonoka & Takeuchi), persoonlijk meesterschap (Senge,
Quinn), coping, empowerment, habitus (Bourdieu) . Competentie is persoonlijk,
impliciet, stilzwijgend, wordt gekleurd door ervaring en interpretatie
, maar kan gedeeld worden met anderen en expliciet worden gemaakt (Nonaka
& Takeuchi) . Deze persoonlijke kennis onderscheiden we van data en
van informatie. Data zijn gegevens. Informatie bestaat uit gegevens, die
geplaatst zijn in een referentiekader. Informatie is beschreven, gedocumenteerd,
expliciet. Kenniswerk betekent dat personen reflecterend en handelend
culturele artefacten scheppen. Dit duurzaam soort werk staat naast routinearbeid
die uit fysieke of economische overlevingsnoodzaak wordt verricht. Kennistransfer
is voor studenten niet alleen van belang om een diploma te behalen of
voorbereid te worden op wetenschap of beroepsuitoefening, maar draagt
bij aan culturele vorming en heeft invloed op de persoonlijke ontwikkeling.
Met verwijzing naar de eerder gemaakte drieslag en allen binnen de grenzen
van het menselijkerwijs haalbare:
- gezien de maatschappelijke eisen kunnen docenten en wetenschappers in het hoger onderwijs niet meer als routineprofessionals functioneren. Permanente competentieontwikkeling noodzakelijk. Zij bewegen mee met de voor hun vak benodigde competentie, wanneer zij in staat zijn aan diverse groepen deelnemers met verschillende leerstijlen onderwijs te geven, gebruik maken van een variatie aan didactische werkvormen en strategieën, nieuwe modules en leergangen ontwikkelen, een bijdrage leveren aan onderwijsveranderingen en betrokken zijn bij contractactiviteiten etc. Wetenschappers stimuleren elkaar door regelmatig samen te werken met andere collega’s buiten hun instituut in binnen- en buitenland. In de gezondheidszorg switcht men van algemene naar psychiatrische naar geestelijk gehandicaptenzorg
- Managers werken aan hun competentieontwikkeling door bijvoorbeeld aan hun inhoudelijke en intermenselijke vaardigheden te schaven en aan job rotation te doen.
- Bestuurders op hun meer strategisch niveau, zullen leerprocessen van verschillende aard en vorm moeten doormaken om het inzicht, de ervaring en de rijpheid te verkrijgen die hun (voorbeeld-)functie, vereist.
In onze benadering sluiten we aan bij het pragmatisch
constructivisme. Als werkdefinitie hanteren we: “actoren handelen
competent, indien zij in staat zijn specifieke problemen in uiteenlopende
situaties effectief op te lossen”
Competentie is niet aangeboren, maar wordt gedurende het leven en werken
verworven en wordt met name zichtbaar, wanneer wordt (samen-)gewerkt in
verschillende context. Deze verwervingsmogelijkheden zijn natuurlijk niet
onbeperkt. Zij worden begrensd door de menselijke maat: genetische, fysieke,
sociale en culturele factoren. Door in andere situaties gebruik te maken
van bekwaamheden, wordt duidelijk welke toepassingen beschikbaar zijn.
Tevens levert elke nieuwe situatie een confrontatie op met beperkingen
en uitzonderingen. Deze worden vanuit een pragmatisch constructivistisch
perspectief gezien niet opgevat als belemmering of frustratie, maar als
uitdagingen. Bij competentie wordt uitgegaan van permanent leren. Men
blijft zich ontwikkelen op inhoudelijk, methodisch-didactisch of organisatorisch
terrein. Het oplossen van problemen lukt veelal beter door te werken in
wisselende (project)teams, want competenties komen tot hun recht in uitdagende
werk- en leeromgevingen, die ruimte bieden voor exploratie, constructie,
communicatie en expressie . Competentieontwikkeling is dan ook een permanente
en veelzijdige activiteit die een hoge organisatiegraad vergt. In ons
model gaan we uit van verschillende componenten, die fungeren als bouwstenen
van een competentieset. De zeven bouwstenen zijn hieronder geplaatst in
een schema:
BOUWSTENEN | Omschrijving | Trefwoorden |
Uitvoerend handelen | inhoudelijk (maken, ontwerpen)methodisch-agogisch-didactisch (vertalen)organisatorisch (sturen) | Standaardisatie, regels, Procedures Enkelslag leren |
Collectief handelen | als hierboven, maar op meta-niveau | KennismanagementKwaliteitszorg, audits,CurriculumontwikkelingDubbelslag leren |
Visie | als hierboven, maar op meta-niveau | Trends, innovatie, Lange termijn ontwikkelingDrieslag leren |
Persoonlijk functioneren | fysiek, psycho-sociaal,persoonlijke en professionele waarden | Zelfmanagement |
samenwerken | interne en externe netwerken | RelatiebeheerOnderlinge verhoudingen:Ruil, macht, coöperatie |
Ondersteunende activiteiten | culturele, communicatieve,technische support | Pr, ict, vormgeving, Corporate culture |
Resultaten | Output | Kwantitatief en kwalitatief |
Naar publicatielijst | Previous - 1 2 3 4 5 ... 7 - Next | Naar boven |