Evenwicht zonder sturing
Wegen voor nieuw hoger onderwijs en wetenschap
Deel 1
Sdu Uitgevers, Den Haag, 2005
Prijs 44,50 euro, 454 pagina's
ISBN 90 121 1073 4
Dit boek is bedoeld als eerste deel van een serie over het proces van wetgeving voor hoger onderwijs en wetenschap. Negen auteurs gaan in op actuele beleids- en bestuursthema's in het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, uitgaande van de HOAK-notitie van 1985 naar het post-Lissabon-tijdperk in 2015, met als draaipunt de Wetgevings¬notitie van 2005. De ambitie van de auteurs was om een spraak¬makend, koersbepalend, opinië¬rend, maar ook leesbaar boek te schrijven. Een bron van ideeën, naslagwerk en inspiratiebron. In de eerste zes hoofdstukken worden algemene thema's aan de orde gesteld, zoals nieuwe lijnen voor nieuw hoger onderwijs en wetenschap; het stelsel (zoals de binaire structuur, toegang en selectie, BaMa en fundamenteel onderzoek); bestuur en mede¬zeggenschap; toezicht, verant¬woording en controle; bekosti¬ging; onderwijsaanbod en ten slotte innovatie. In de laatste twee hoofdstukken (7 en 8) wordt een nieuw besturingsmodel ontwik¬keld en wordt de vraag besproken 'moet er een nieuwe wet op het hoger onderwijs komen, of toch maar niet?'
Telkens wordt in een A-deel van elk hoofdstuk door de auteurs een opiniërende
analyse gegeven in de vorm van 'terugblikkend vooruitzien'. In het B-deel
van elk hoofdstuk worden de thema's toe¬gelicht vanuit 28 geautoriseerde
gesprekken met 35 deskundigen en gezagsdragers. Daaronder zijn bijvoorbeeld:
leden van colleges van bestuur, raden van toezicht, voorzitters van
VSNU en HBO-raad, leden van de Tweede Kamer, en de staatssecretaris
van ocw. Deze zogenaamde virtuele ronde tafel is naar subthema geordend.
In de C-delen worden de A- en B-delen met elkaar verbonden en in verband
gebracht met andere thema's en hoofdstukken in een 'columnachtig commentaar'.
Gelukkig bevat het boek ook een trefwoordenregister, zodat terug te
vinden is wat over marktborging, de LSVB of koninginnegelei wordt gezegd.
De auteurs starten in hun eerste hoofdstuk al met een kenmer¬kende
opmerking die zij mede afleiden uit de verzuchtingen van hun gesprekspartners:
het risico van een slechte wet is groter dan de kans op een goede. Bij
die wet gaat het dan om een nieuwe WHW, de Wet op het Hoger Onderwijs
en Onderzoek (WHOO). Het antwoord op de vraag of een nieuwe wet noodzakelijk
is, en hoe die er dan uit moet zien, leidt tot vragen die in het boek
steeds getoetst worden: “Is er een heroriëntatie op de taak
van universiteit en hoge¬school of hun fundamentele taakverdeling,
en is er sprake van een beduidende hervor¬ming van 'het bestel'?
“ Worden er andere besturings¬paradigma's toegepast? K Is
er noodzaak of dringende reden vanuit beleids-, bestuurs-of juridische
overwegingen, die niet met een wetswijziging kunnen worden ondervangen?
De beschouwingen over deze vragen vinden steeds plaats van¬uit verschillende perspectieven, bijvoorbeeld vanuit internationaal perspectief, maar ook door te kij¬ken naar het onderscheid tussen resultaatsverplichtingen, inspanningsverplichtingen, zorgplichten en de intenties waarmee deze gebruikt worden in de redenerin¬gen in de wetgevingsnotitie. In het omvangrijke boek wordt veelal een uitvoerige beschouwing gegeven over de verschillende the¬ma's, onderbouwd met feitelijke gegevens over de ontwikkelingen in de tijd, de stand van zaken op dit moment (zomer 2005) en de perspectieven voor de toekomst. Zo wordt in het hoofdstuk Bekos¬tiging en leerrechten ingegaan op de ontwikkeling in de bekosti¬gingsmodellen, de verschillende geldstromen, en de dynamisering bij onderwijs, onderzoek en de marktwerking. De gesprekspart¬ners reageren vervolgens vanuit hun perspectief op de problemen, dilemma's en mogelijke oplos¬singen (bijvoorbeeld onderzoek in het HBO, de leerrechtbenadering, de kwaliteit van onderwijs en onderzoek). De analyse in deel C van dit hoofdstuk gaat daarna in op enkele kernproblemen (maat¬regelen rond leerrechten versus de intentie van academische vor¬ming en het opleiden van kennis¬werkers), en op de vraag of hier sprake is van optimisme, geloof of voodoo.
Het boek levert stof voor discus¬sie, niet alleen door de inhoud: feiten, visie, analyse en stelling-name, maar ook de vorm waarin gesprekspartners vaak op prikke¬lende wijze reageren en stof voor discussie inbrengen. Het boek is omvangrijk, maar goed geordend. Het is goed leesbaar, maar tege¬lijk heel bruikbaar als naslagwerk bij analyse en discussie. Ik vind het een zeer geslaagde poging om de discussie over de inhoud van het beleid voor hoger onderwijs en onderzoek te ondersteunen! en na te gaan in hoeverre wetgeving daarvoor nodig is.
Prof. dr. Albert Pilot
IVLOS/faculteit Scheikunde, Universiteit Utrecht