Sterker in versterking besturing Praktijkboek voor herziening bestuurs- en medezeggenschapsreglementen

“Sterker in versterking besturing” zal een set handreikingen bieden voor een – onderling samenhangende – aanpassing van statuten, bestuursreglementen en medezeggenschapsreglementen en andere regels. Het praktijkboek, met handreikingen, tips en oppassertjes, omvat geen commentaar op de wet en behandelt niet primair de relaties met de overheid. Het bevat, naast vele inhoudelijke en procedurele gebruiksaanwijzingen, als handige naslag de nodige wetteksten, codes en toelichtingen uit de parlementaire geschiedenis. Ook omvat het een samenvattende checklist voor ontwerpers.

Het boek is zuiver gericht op universiteiten, hogescholen en de rechtspersonen voor hoger onderwijs (de voormalige aangewezen instellingen) en wel primair op aanpassingen van de formele bestuursorganisatie (reglementen), zoals deze regelmatig plaatsvinden, al dan niet na of gedurende reorganisaties of cultuuromslagprojecten.

Speciale aandacht is er voor de (technische) implementatie van het wetsvoorstel Versterking besturing binnen de instellingen en de WHW zoalsdeze dan zal luiden.
Het pad naar een vernieuwde cultuurbepalende bestuurlijke structuur begint niet noodzakelijk met een wijziging van wetgeving, maar een wetswijziging kan wel een aanleiding zijn om op pad te gaan. Het startpunt van de route ligt altijd in de wijze waarop een bestuursorganisatie wordt herontworpen, gemaakt en ingevoerd. Het boek zal hierop nader ingaan. De meerwaarde – het resultaat – van een (her)ontwikkeling van een bestuurlijke organisatie wordt immers voor een belangrijk deel bepaald door de weg; niet door alleen door het papieren resultaat.

Het paradigma dat in deze praktische handreiking wordt gehanteerd is “samenwerkende sturing”. Met andere woorden: een geïntegreerde benadering van de belangrijkste drie dienende functies in een “behoorlijk bestuur”:

• besturing
• medezeggenschap
• toezicht

In hoeverre een instelling dit paradigma wil volgen wordt echter opengelaten. Dit boek geeft geen bestuursmodel en al helemaal geen modelreglement voor bestuur of medezeggenschap.
Hoezeer deze bovengeschetste randvoorwaarden ook van belang zijn; de afrekening zal uiteindelijk zijn gebaseerd op de onderwijs- en onderzoekkwaliteit die een instelling werkelijk genereert. De aard van het werk, de aard en positie van de instelling, zijn basisgegevens voor de best passende bestuursorganisatie.